Nu ben ik zelf bioloog, geef les in biologie en behandel de evolutietheorie naast de creatietheorie. We bewegen ons zo goed mogelijk op het natuurwetenschappelijke vlak, maar dan ook compleet. Dan behandel ik ook wel eens de weggelaten problemen voor de evolutietheorie, die je niet vindt in de evolutionistisch geschreven leerboeken. Vanuit de idee van de doelmatige, ontworpen schepping kan je namelijk ook belangrijke ontdekkingen doen. Dat is toch een van de voorwaarden van goede wetenschap: onderzoek stimuleren en nieuwe ontdekkingen doen? "Zouden er misschien dingen te vinden zijn, die je vanuit het scheppingsontwerp zou kunnen ontdekken, maar niet vanuit het darwinisme?" Een voorbeeld uit de eigen praktijk.
De biologieleerboeken zijn hoofdzakelijk thematisch van opzet, dat wil zeggen dat een onderwerp als "ademhaling" behandeld wordt voor achtereenvolgens planten, wormen, insecten, vissen, amfibieën, reptielen en zoogdieren. De evolutionaire keten vissen-amfibieën-reptielen-zoogdieren komt zo goed uit de verf. Waarom niet de ademhaling van vogels behandeld? De vogels zijn volgens het evolutiemodel toch afstammelingen van de dinosauriërs/reptielen? Uitgebreid wordt dat in een ander hoofdstuk aannemelijk gemaakt met de ontwikkeling van vogelveren uit reptielenschubben, hoewel dat ook al een hele toer is. Hoe maak je erfelijk gezien een complexe veer uit een schub? Vogels laten zelf ook schubben groeien op hun poten, maar reptielen laten geen veren groeien. Hoe zouden ze aan die informatie moeten komen? Geleidelijk ontwikkeld? En vliegen is ook geen koud kunstje. Daar is een stevig superlicht met lucht gevuld skelet voor nodig, enz, enz... Maar we hebben tenslotte Archeopteryx, de oervogel met tanden in z'n bek, als 'missing link'. In het scheppingsmodel is dit dier op te vatten als een (uitgestorven) Basistype. al zijn er zulke eigenaardigheden in z'n bouw, dat sommigen nog steeds aan een vervalsing blijven denken. (zie bijv. mijn artikeltje Archaeopteryx, vat vol tegenstrijdigheden, Bijbel&Wetenschap 134, 1990)
Maar waarom wordt nu toch niet naar het ademhalingssysteem gekeken? Ik denk dat dat al te veel gevraagd is. Het ademhalingssysteem van vogels is zo volstrekt uniek en anders opgebouwd dan de genoemde reeks dieren, inclusief de mens. Vogels hebben een soort 'turbolongen', die zelf nauwelijks van vorm veranderen. Dat doen wel de blindzakken, die werkelijk overal in de vogel zitten, tot in de holle botten toe (zie figuur 1). De vogellong maakt tweemaal gebruik van de lucht. De eerste maal bij het inademen, de tweede maal bij het uitademen. Tussendoor stroomt de lucht in de blindzakken, die als blaasbalgen door de spieren en het skelet van de vogel beurtelings onder druk worden gezet. De longen zelf hebben geen longblaasjes zoals bij ons, maar bestaan uit lange buisjes, parabronchiën (zie figuur 2), waar de haardunne bloedvaatjes omheen gespiraliseerd zijn. De lucht stormt letterlijk door de buisjes en staat snel z'n zuurstof af aan de zelfs daarop aangepaste rode bloedlichaampjes. Als ik namelijk met mijn leerlingen de twee verschillende typen bloed microscopisch bestudeer, dan vallen enig dingen op. Als vogels dezelfde platte dropvormige en kernloze bloedlichaampjes zouden hebben als wij, dan zouden ze hun haarvaten mijns inziens verstoppen. Onze bloedlichaampjes hebben deze vorm omdat ze het meest geschikt zijn voor ons systeem van ademhaling met de miljoenen longblaasjes. De vogels hebben daarentegen evengrote maar ellipsoïde, zeer gestroomlijnde bloedlichaampjes. Deze vorm wordt in stand gehouden door de compacte kern in het bloedlichaampje. Dit type bloedlichaampje moet dezelfde zuurstofopnamecapaciteit (verhouding van oppervlakte-haemoglobinevolume ) hebben als ons type bloedcel, maar is geschikt om zeer snel te kunnen stromen door de haarvaatjes rond de parabronchiën. Vogels hebben een enorm efficiënte manier van ademhaling, geheel geschikt voor hun actieve vliegende levenswijze. Is een reptielen ademhalingssysteem ook nog eens door toeval en selectie om te bouwen tot dat van de vogels? Laten we het maar niet noemen, moeten de schrijvers van de leerboeken gedacht hebben....Ik vind het daarentegen een prachtig voorbeeld van Design!
Als voor biologen de evolutionistische argumentatie uiteindelijk stokt, wordt de datering van de aardlagen en de miljoenen jaren opgevoerd. Er moeten argumenten worden gezocht buiten het eigen vakgebied....- Dat is een ander onderwerp, maar een voorzet kan gegeven worden. In 'ons model' zijn de aardlagen niet langzaam in miljoenen jaren gevormd, maar snel in catastrofale perioden.